Tip 5: 2 Keuzes geven. Laat mij kiezen!

Door kinderen regelmatig mee te laten beslissen en keuzes te laten maken helpen we hen groeien in eigenwaarde en zelfvertrouwen. Het maken van beslissingen is een belangrijke vaardigheid in het leven.

Dreumesen en peuters kunnen misschien nog niet alles zeggen wat ze willen maar ze weten vaak wel al heel goed wat ze wel en wat ze niet willen! Ook hele jonge kinderen vinden het fijn eigen zeggenschap te hebben over hun leven. Natuurlijk kun je kinderen niet alles zelf laten bepalen en dit kunnen ze vaak ook nog helemaal niet aan, het is dus belangrijk om grenzen te stellen. Maar als we binnen deze grenzen keuzes bieden waar dat kan, geeft dat zelfs hele jonge kinderen het gevoel dat ze enig zeggenschap hebben en gerespecteerd worden.

Het is dan ook bijna altijd wel mogelijk om je kind een keuze aan te bieden. Het is daarbij belangrijk om gesloten vragen te stellen dus bijvoorbeeld als je wil dat je kind gaat zitten om te eten kun je de vraag stellen: ‘Wil je op de bank of op de stoel zitten? Als je de vraag “open” stelt: ‘wil je gaan zitten? Bestaat de kans dat je een antwoord krijgt die je niet kunt accepteren (je kind wil helemaal niet gaan zitten maar rondlopen). Dus voor je de vraag stelt is het goed om je af te vragen met welke keuze je zelf bereid bent te leven voor je de vraag stelt.

Na het geven van een keuze is het belangrijk dat je kind genoeg tijd krijgt om een besluit te nemen, geef je kind de kans om na te denken. Als je kind moeite heeft met een keuze maken is het fijn als je de vraag nog eens herhaalt. Als je kind vervolgens na een redelijke tijd nog geen keuze heeft kunnen maken is het tijd om het over te nemen. Zeg dan: ‘Ik zal je helpen, ik zet je op de stoel, dan kun je zitten om goed te kunnen eten’.

In het kort:

  • Biedt een keuze met twee mogelijkheden aan (niet meer).
  • Formuleer de vraag gesloten.
  • Geef je kind genoeg tijd een keuze te kunnen maken.
  • Herhaal anders de vraag nog eens op een rustiger tempo.
  • Als het te lang duurt of het lukt je kind niet maak dan zelf de keuze voor het kind (van een van de twee opties die je gaf).
  • Zeg dan “ik ga helpen” of “dan kies ik voor jou ….”

Tip 6: “NEE” mogen zeggen

In de peuter periode zeggen kinderen veel nee! Dit is een belangrijke ontwikkelingsfase waarbij kinderen ontdekken dat zij een eigen persoon zijn met een eigen mening, gevoelens en behoeftes. Als opvoeder is het belangrijk dat je in deze fase duidelijke en consequente regels hebt waar het kind zich aan moet houden, maar het is ook heel belangrijk dat wij respecteren dat kinderen hun eigen grenzen hebben en deze ook mogen aangeven.

Vooral als het om lichamelijk contact gaat. Dit maakt je kind namelijk weerbaarder en kan helpen voorkomen dat je kind in vervelende situaties terecht komt waar een volwassenen over de grens van het kind heengaat. Het is dan ook belangrijk om te luisteren naar je kind als het bijvoorbeeld weigert een juf, oom/tante etc. een kus te geven. Leer je kind dat als het niet goed voelt dit oke is en dat ze ook gewoon een hand/high five of alleen gedag mogen zeggen. Dus als je kind ‘nee’ zegt moet je dit respecteren en niet dwingen of forceren zodat je kind het toch doet en hiermee zijn eigen grens overgaat.

Vertel je kind dat zijn/haar lijf van hem/haar is en dat niemand daar aan mag zitten wanneer hij/zij dat niet wil. Hiermee leer je je kind dat het een eigen persoon is en niet altijd mee hoeft te doen om bijvoorbeeld aardig gevonden te worden. ‘Nee’ mogen zeggen helpt je kind ook in de omgang met leeftijdsgenootjes om zijn/haar grenzen te bewaken. Luister ook naar je kind als het bijvoorbeeld tijdens een spelletje “kietelen” opeens te wild voor hem/haar wordt en hij/zij heel hard nee of stop roept. Stop dan ook gelijk en benoem dit, zo leer je je kind dat het zeggenschap heeft over zijn/haar eigen lijf en dat jij dit respecteert.